CJMVvereniginggebouwpersonenallen eencontactsitemap

Teksten jubileumnummer 60-jarig bestaan (1952)

 

NOVEMBER 1892 - NOVEMBER 1952

Twee jaartallen, op zich zelf alleen maar een tijdruimte aangevend van zestig jaar, een ademtocht in de eeuwigheid. Maar voor ons, leden en belangstellenden der vereniging, betekenen ze heel wat meer; zij zeggen ons dat onze vereniging zestig jaar bestaat. Dat zij zestig jaar haar werk heeft mogen doen onder de jonge mensen in onze stad. Dat er zestig jaar lang mensen zijn geweest, die zich gedrongen hebben gevoeld in dit werk mede te werken en onze vereniging velen tot een zegen is geweest. We mogen feestvieren, maar dan toch zeker het allereerst en allermeest het feest der dankbaarheid. Dankbaarheid jegens God die dit alles mogelijk maakte, die de mensen bereid maakte in onze vereniging te werken en bij te staan. Vele namen zouden er te noemen zijn van de vrienden, die hun tijd en hun gaven in dienst hebben gesteld van de vereniging. Wij zijn hen dankbaar voor alles wat zij voor de vereniging hebben gedaan. We danken God, dat Hij zo vele jonge mensen in aanraking bracht met onze vereniging en dat velen van hen er een zegen mochten ontvangen.
Laten wij ook dankbaar zijn dat wij de erfgenamen van deze vereniging mogen zijn en wij de opdracht hebben het werk onzer voorgangers voort te zetten, opdat onze vereniging nog in lengte van jaren onder Gods leiding haar zegenrijk werk mag doen.

E. G.

Jonge, vrome helden, Jezus roept u op!
Laat nu elk zich melden, Heft Zijn vaan in top!
Satan maakt zich vaardig Voor den laatsten strijd!
Toont nu onverschrokken, Trouw, wiens man gij zijt!
Hoe des vijands flitse,
Om u suiz' en gonz'
Achter Koning Jezus
Is de zege ons.

*****


REDACTIONEEL

U bent een beetje teleurgesteld over dit Jubileumnummer? Wij bedoelen niet de inhoud, maar de wijze van uitvoering? Had U een nummer verwacht uitgevoerd in boekdruk, verlucht met foto's? Dat was inderdaad de bedoeling. Maar ...., de kosten! Wij hebben ons best gedaan, om de uitvoering toch zo goed mogelijk te doen zijn, voor zover dit technisch mogelijk was. Wij hopen dat U tevreden zult zijn.
Intussen willen wij hen, die hun medewerking aan dit blad gaven, hartelijk hiervoor danken.
Moge ook dit nummer bijdragen tot een goede viering van ons Jubileum.

Redactie.

Wij verheugen ons, hieronder een artikel te kunnen laten volgen van de Heer H.Gordeau, tot voor kort vice-voorzitter van het Verbond te Amsterdam. Zij, die wel eens een Bondsdag hebben meegemaakt, weten hoe hij bekend staat om de wijze, waarop hij een collecte kan aanbevelen en daardoor doen slagen. Op de laatstgehouden Bondsdag namen wij afscheid van hem.
Wij prijzen ons gelukkig, dat hij in onze vereniging de eerste schreden mocht doen in het jeugdwerk.
Heer Gordeau, wij wensen U nog vele jaren toe, waarin U kunt rusten van het vele werk, dat U, mede voor ons, in het Nederlandse jeugdverenigingsleven mocht doen.

Redactie.

*****


UIT PLICHT VAN DANKBAARHEID

Wanneer een mens wordt gevraagd, bij gelegenheid van het zestig-jarig bestaan der Haagse Chr. Jongemannenvereniging, ook zijn Herinneringen eens te raadplegen, en iets daarvan op schrift te stellen, dan is het reeds een simpele plicht der dankbaarheid aan dat vriendelijk verzoek te voldoen.
Maar - zal het iets lezenswaardigs opleveren!? In vorige Nummers van dit Maandblad is reeds zoveel opgehaald van hetgeen *vroeger* was. Laat ik het op mijn beurt toch ook nog maar weer doen, al was het alleen, omdat mijn Herinneringen van nog vroeger dan *vroeger* dateren: zelfs van voor de stichtingsdatum.

Reeds in 1890, - ik was toen dertien, - werd ik lid van de Knapenvereniging van de Chr. Jongelingsvereeniging *Timotheus* in de Juffrouw Idastraat; en een trouw lid, al zeg ik het zelf, want het geval pakte me vanaf den beginne. Het gebouw, het *eigen Gebouw* stond links wanneer je er vanuit de Prinsestraat naar toe ging. Er waren twee ramen voor aan de straat, die er ook niet hadden kunnen zijn, want om alle nieuwsgierige blikken buiten te sluiten, waren de luiken achter de ramen altijd dicht. En rechts van die ramen was de deur, die, als wij er wezen moesten, altijd *los* was. Dadelijk in het portaal had je er links een deur, die naar de *voorzaal-bibliotheek* voerde, en recht tegenover je de trap, die naar de bovenwoning van *Nelck*, de concierge steeg, waar je niets te maken had, en dus niet komen mocht. Rechtuit had je een gang, en in die gang, weer links, nog eens een deur, die toegang gaf tot *de achterzaal vergaderruimte*. Geen blind paard kon daar kwaad doen: een lange tafel, met een groen saaien (*Saaien* niet in de betekenis, die we er thans aan geven, maar saaien betekent hier een soort stof; er werden ook wel gordijnen van gemaakt. (Red.) kleed gedekt; daarop wat bijbels en zangboekjes, en langs de lange zijden stoelen, (aan het boveneind voor de praeses een leuningstoel,) waarachter weer een dubbele glazen deur, die toegang gaf tot een kleiner vertrek, waar in een soort buffet, waaraan je een half flesje bier voor zes centen kon kopen; wij, knapen, mochten het wèl kopen, maar niet opdrinken. Dus kochten we het niet? Een enkele keer, wanneer we botje bij botje konden doen, en dan voerden we het op aan *de geit van Nelck*, die onmiddellijk daarop merkwaardige *bokkesprongen* ging doen, waarom het juist begonnen was, natuurlijk. Het kon alleen worden afgespeeld, wanneer de *leiders* er nog niet waren.

Om tot de vergaderruimte terug te keren, naast de deur, waardoor je binnenkwam, was er een handenwasfonteintje, (de geoorloofde drinkgelegenheid,) dat nog al eens verstopt was, overliep, en dan de vloer bekledderde, wat de snaren der piano, die weer vlak naast dat fonteintje was neergezet, niet ten goede kwam, evenmin als de muzikale oefeningen, die wij, jongens, er soms met drie tegelijk, en weer wanneer *de leiders* er nog niet waren, op uitoefenden. Er was maar éne jongen, die wezenlijke aanleg voor pianospel had en er muziek uithaalde. Ik weet nog wel, wie het was, maar dat doet er nu niet meer toe: hij had zichzelf geleerd, speelde alles uit het hoofd, en bijna uitsluitend over de zwarte toetsen, dus in zes of zeven *mollen* of *kruisen*.
Om de schets der omgeving te voltooien; er hing, boven de tafel, een gaskroon met vijf armen, waarvan één lam, (het volmaakte is hier beneden niet zo makkelijk te bereiken, en wij hadden er in ieder geval geen last van,) vóór stond een boekenkast, waaruit bij elke vergadering een voorzittershamer werd tevoorschijn gehaald, die op de tafel en in handen van de voorzitter uitnemend dienst deed, om het lawaai, dat er bij het begin nog al eens was, te vermeerderen.

En daarmee ben ik wel aan het eind gekomen, voor zover het de entreé betreft, waardoor ik christelijk jeugdland mocht binnen komen.
Ik had er toen nog geen vermoeden van waartoe me dat uiteindelijk zou leiden, en zeker wist ik niet, hoeveel ongedachte en onverdiende zegen langs een weg, zo schamel in z'n begin, mij beidde. Want juist in die dagen zat er reeds verandering in de lucht. De Chr. Jongelingsvereniging in ons land dateerde van 1851, het Verbond van 1853. Veertig jaar christelijke jeugdarbeid lag reeds achter de rug, zo tussen 1880 en 90 besloten door een periode van inzinking, van dorheid, van verstarring, van sleurgang. Maar de wortel waaruit de beweging indertijd was opgeschoten~ de eerlijke begeerte om jonge harten voor Jezus Christus te winnen, was goed, een plant uit hoger Gewest, dan aardse genotzoekerij. Dat er een Verbond bestond, zelfs een Wereldverbond van Chr. Jongemannenverenigingen, ook daar had ik geen vermoeden van. En toch, juist toen kwam voor de tweede maal, en in Amsterdam, een wereldconferentie bijeen. Afgevaardigden uit allerlei land, van allerlei afkomst en stand kwamen er tezamen, om, als het kon, en onder de leiding van Gods Geest, elkaar tot nieuwe bezieling aan te vuren. Vooral de Amerikanen hadden er dingen te vertellen van eigen beroepsarbeiders en eigen gebouwen en een geestelijke Opwekking, waar vele anderen, wij Hollanders niet het minst, verstomd van waren. Onder de sprekers was er een, een jonge Amerikaanse dominé van Hollandse oorsprong, John van Burk, die pakte. Onder de zwijgers, jonge studenten nog maar, scholen er twee, die nog gewichtiger mensen zouden worden, de één Zweed, Nathan Söderblom, de ander een Amerikaan: John. R. Mott, in later tijd beiden mannen van wereldvermaardheid en groten in het Koninkrijk Gods. Dit alles ging alsnog aan mijn jongensaandacht voorbij. In de eerste daarop volgende maanden echter, begonnen zich reeds de vruchten van de opgewekte geestdrift te vertonen. Er werden besprekingen geopend met andere destijds bestaande Chr. Jongelingsverenigingen: *Bidt en Werkt* uit de Jan Hendrikstraat, de Jongelingsvereniging van de toen nog jonge heer J. Voorhoeve van de Dunne Bierkade en de Geheelonthouders-Jongelingsvereniging van de heer J. Rauws, de latere Zendingsdirector, van de Veenkade, om zo mogelijk tot eenheid en daardoor tot meerdere invloed te komen. *Bidt en Werkt* overigens een flinke vereniging, had tenslotte principiele bezwaren, vreesde voor vervlakking en americanisatie. De andere drie smolten zich samen tot *de Christelijke Vereniging voor jongemannen*: De thans 60-jarige Vereniging was gesticht. Maar wat zou ze gaan doen?
In de eerste plaats werd het oude gebouw in de Juffrouw Idastraat door de leden zelf eens grondig onder handen genomen, schoongemaakt, geschilderd, behangen, van behoorlijk licht voorzien ... het was een genot de jonge kerels avond aan avond bezig te zien. En toen eindelijk alles klaar was, - ook de bovenverdieping was na het verhuizen van de concierge in gebruik genomen, - en we allen op de heropeningsavond mochten komen kijken, kwamen we haast met schuchter ontzag het lokaal weer binnen, waar we zoveel lawaai hadden gemaakt. Al heel gauw was er door meerdere toeloop ruimte tekort en het huis tegenover het Verenigingsgebouw, dat juist leeg kwam, werd ook maar gehuurd. Avond aan avond was er in de ene of andere localiteit iets te doen: dammen, schaken, lezingen, cursussen in boekhouden of vreemde talen, zang en muziek, er waren telkens nieuwe initiatieven. En toen Ds. van Hoogstraten, gezegender nagedachtenis, tenslotte zijn ruime herenhuis, op Prinsegracht 4, wel voor de Vereniging wilde ontruimen, - wat hem, die aan dat huis zoveel blijde en droeve herinneringen had, een groot offer moet zijn geweest, - toen werd de nieuwe inzet op ongedachte wijze bekroond!

Het zou alles niet mogelijk zijn geweest, wanneer God ons niet terzelfder tijd mannen had gegeven, voor de nieuwe en veel wijdser taak berekend. Mr. Dr. C. F. Schoch, die als voorzitter optrad, met zijn vriend Jhr Mr W.C. Quarles van Ufford, ook toen reeds de heer F. W. Laarman, nog in militaire dienst op dat moment, mannen als de heer Fellman, Meynecke en de gebroeders Schmidt, om slechts hen te noemen die nu allen reeds heen zijn gegaan, kwamen in de voorbereidingstijd tot de grote overgang, voor zover ze konden, iedere morgen om 8 uur in het Grote Gebouw bij elkaar, om knielend Gods bijstand eerst te vragen, want de moeilijkheden, die alsnog te overwinnen waren bleken talrijk en zwaar genoeg. Zijn ze nu reeds alle overwonnen? En helpt Hij, die toen zo dikwijls uitkomst gaf, nog niet heden ten dage?

Zelfs werd het gewaagd een Algemeen Secretaris aan te stellen, die zijn gehele tijd aan de Vereniging, haar ontwikkeling en haar leden zou kunnen geven. Dat was de heer Frans B. Visser, die echter slechts korte tijd bleef en toen door de heer F. W. Laarman werd opgevolgd. Zonder aan iemands verdienste in dat verre verleden tekort te doen, mag ik nu nog wel een keer zeggen, dat de Vereniging in hem, de bescheiden man, de fijne geest, de stille toegewijde kracht, de diep gelovige worstelaar met God en de jongemannenzielen, aan de Vereniging wel de rijkste gave schonk, in die eerste moeilijke jaren, en Hij vroeg hem bet offer van zijn leven.
Er zullen er onder de ouderen velen zijn, die met mij dankbaar zijn en zullen blijven, omdat ze Laarman gekend hebben, zijn invloed hebben ondergaan en, door Gods genade, in hem hebben leren verstaan, wat een christen is en vermag, wanneer hij zich geheel en zonder restrictie aan zijn Heiland en diens zaak durft en mag geven. Ere zij, ook nu, Laarmans nagedachtenis!
Het is goed, dat een plakette in het huis waar hij werkte, schreef en bad, nog steeds zijn nagedachtenis levendig houdt. Het is goed, dat Den Haag een Laarmanhuis heeft. ')
Moge het der jubilerende Vereniging gegeven zijn nog jaren tot zegen te zijn voor honderden jonge harten, gedreven door de Geest, door Gods Geest, die onze voortrekkers bezielde.

H. Gordeau.
' ) -----------
Tot goed begrip mogen wij opmerken, dat *'t Laarmanhuis* is genoemd naar de in dit artikel genoemde heer F. W. Laarman en Ds C.J. Laarman, Jeugdpredikant te dezer stede, die bij het bombardement van het Bezuidenhout op 3 Maart 1945 op zo tragische wijze om het leven is gekomen. (Redactie).

*****


Van de heer J.M. Deierkauf, oud lid en leider, thans Federatiesecretaris, ontvingen wij het volgende artikel.

Jubelen zal wel afgeleid zijn van het woord jubileum en misschien is het ook wel andersom. En nu aan mij het verzoek wordt gedaan iets in dit jubileum-nummer te schrijven, wil ik daaraan gaarne voldoen. Doch niet als federatie-secretaris, omdat dit als pro forma zou kunnen worden uitgelegd. Maar wel als oud-lid, om dan ook echt persoonlijk mee te jubelen in het koor van hen die in dit nummer schrijven.
Het is deze maand 33 jaar geleden dat ik mij als jongen van bijna 12 jaar voor de jongensclub ging melden op Prinsegracht 4. Dat ik daar zoveel zou vinden dat het mijn gehele leven zou gaan vullen, daarvan had ik vanzelfsprekend niet het minste besef. Wel wist ik al spoedig, dat het daar achter die oude gevel goed was om te vertoeven, dat er echte vriendschap was te vinden en men daar je jongensleven wist te vullen met alle mogelijke goede en prettige dingen.

Toen ik een 10 of 12 jaar later mijn lidmaatschap moest laten overschrijven naar de toen nieuwe vereniging *Rustenburg*, had Prinsegracht 4 mij het beste laten zien dat een C.J.M.V. ooit te zien kan geven: nl. dat slechts een leven met Christus zin en inhoud kan hebben.
Wie verwondert zich thans nog dat ik in dit nummer niet als fed.secretaris, doch wel graag als oud-lid wil schrijven? Het is immers Centrum dat mij het beste heeft geschonken voor mijn leven en waar ik de Weg zag om de brandende fakkel voort te dragen! In zo'n vereniging gaat een stuk van je leven zitten, zodat je later nooit meer voorbij kan gaan, zonder even naar het gebouw te zien, waarin je zoveel hebt ontvangen. En ook thans trekken reeksen herinneringen aan mij voorbij en zie je jezelf weer lopen in die grote begrafenisstoet, toen de heer Laarman was heengegaan ... Met in je nek het gesnuif van de paarden van het eerste volgrijtuig, zodat je doodsangsten uitstond dat die knol in je nek zou bijten. En toch maar niets laten blijken! Je ziet je oude leider, de heer Vellekoop Sr., weer de clubzaal binnenkomen, met altijd zo'n fijne sigaar tussen zijn lippen die zo lekker rook en iets gezelligs gaf als hij bij je zat. Dan zie je de kampen weer voor je in het Sparregat met een echte kok en leiders die kampeerden in lange broeken, terwijl je in die tijd een kort broekje gek gevonden zou hebben. Je denkt terug aan vele uitvoeringen en bij een blijven je gedachten haken, omdat het stuk zo'n los *niemendalletje* was, waarop de critiek kwam dat *in dat stuk zoveel gezoend werd*, terwijl in datzelfde stuk de piano door het podium zakte en een heel dikke jongen klem kwam te zitten in zijn haast om onder het podium te kruipen. Denk je lang aan die tijd terug, dan ga je ook steeds meer mensen zien, zoals de concierges Bles, later opgevolgd door de fam. v.d. Huchta; dan zie je weer voor je de secretaris Doorschodt, de leiders van de Jongerengroep, de heren Claus, Sliep, de Groot, Giebel en nog zovele anderen. Wat was het bestuur in zo’n C.J.M.V. in die dagen een hoog college! Huizenhoog zag je tegen die mensen op. Nog herinner ik mij voor het eerst van mijn leven als jong broekje de bijbelbespreking op de jongensclub te zullen verzorgen waar ik assistent was. Juist op die middag kwam de voorzitter van het Jongenswerk op bezoek en plaatste zich achter mij. Mensen, wat heb ik het toen benauwd gehad! Maar nu genoeg over het verleden!

Centrum gaat jubileren en ook ik prijs mij gelukkig lid te zijn geweest. Het heeft mijn leven verrijkt en ik weet, ook de levens van vele anderen. Voor de toekomst is echter belangrijk niet te blijven terugzien, maar de blik vooruit te slaan. Omdat in deze toekomst bergen werk verzet zullen moeten worden juist door Centrum, die in onze stad zo’n bijzondere plaats inneemt. Dat zowel bestuur als leden van vandaag dit zullen begrijpen, zij daarvoor de kracht zullen ontvangen en daartoe de middelen niet zullen worden onthouden, hoopt hartelijk het oud-lid,

J.M. Deierkauf.

*****


PERSONALIA

Terwijl wij het feest van onze Jubileum Jaarmarkt vierden, was er ook een groot feest, bij een zeer nauw aan onze vereniging verbonden familie. De Heer en Mevrouw W.P.de Groot-Grotzinger vierden hun veertigjarig huwelijk. Vader en Moeder de Groot (mag ik toch wel zeggen he?) van harte gefeliciteerd en God schenke U nog vele gezegende jaren met de Uwen.

E. G.

Zo juist bereikt ons bet bericht, dat de ons zo wel-bekende Corry Troost en Bas van Nes zich Zondag, 2 November gaan (of eigenlijk inmiddels reeds hebben) verloofd. Onze gelukwensen vergezellen hen daarbij op hun verdere levensweg.
En, daar *alle goeie dingen in drieen bestaan* besluiten wij deze rubriek met tot onze vreugde melding te maken van het feit dat onze vriend de Heer Henk Herzog in deze maand 25 jaar organist is. Van harte feliciteren wij hem daarmede, en wij grijpen gaarne dit jubileum aan, om hem op deze bladzijden nog eens hartelijk te danken voor de enthousiaste en belangeloze medewerking die hij vele jaren op alle mogelijke avonden onzer vereniging verleende. We deden (en doen) nooit tevergeefs een beroep op zijn gaven en wij hopen en vertrouwen, neen wij zijn er van overtuigd, dat wij in de toekomst nog vaak van z'n vaardigheid op het spinet mogen genieten.

*****


60 JAAR C.J.M.V.-WERK IN DEN HAAG

Het is voor iemand, die een 20 jaar geleden als *broekie* van 12 jaar de stoep van Prinsegracht 4 voor het eerst opklom, niet gemakkelijk om, nu hij secretaris van die vereniging is geworden, de *historie* daarvan te schrijven.
U vindt in dit Jubileumnummer o.a. een artikeltje van *iemand, die er bij is geweest* 60 jaar geleden, nl. van de heer Gordeau, waaruit wij kunnen lezen hoe onze vereniging werd opgericht.
Wat kan schrijver dezes anders doen dan de archieven doorsnuffelen, en de papieren, sommige vergeeld, laten spreken? En uit die papieren worden wij dan gewaar, wat er in die tijd omging en hoe het groeide.

De heer Gordeau schrijft o.a. over de Chr. Jongelingsvereeniging 2 Tim. 2 -22a, een van de verenigingen die in de C. J. M. V. opgingen. Hieruit blijkt wel, dat voor 1892 er reeds *Jongelingsverenigingen* in Den Haag waren.
In het archief van ons Verbond te Amsterdam ligt een stuk, waarin staat, dat de Haagse J.V. op 7 Januari 1858 haar 3e jaarfeest vierde, zodat deze vereniging dus in 1855 moet zijn gesticht. Eigenlijk kunnen we dus zeggen, wanneer we de lijn doortrekken, dat onze vereniging reeds 97 jaar bestaat.
Verder vermeldt het verslag van het 5e jaarfeest van het Verbond nog, dat de afgevaardigde van Den Haag het volgende verslag uitbrengt: *Daarna berigt de heer Kool uit ‘s-Gravenhage, dat de Vereeniging aldaar, hoewel zij reeds 3 jaar mogt bestaan, van, de zijde der Christenen geene de minste belangstelling ondervond en met veel vooroordeel te strijden had. Desniettemin werd dezelve in gehalte beter, het getal leden was tot op 15 vermeerderd, waarvan de meesten lust tot de waarheid betoonden en sommigen den Heer in opregtheid vreesden. De vergaderingen worden des zomers eens en des winters tweemaal per week gehouden en zijn gewijd aan Bijbelbespreking, beantwoording van opgegeven vragen en aan de Zendingszaak. Ook had men eene proeve genomen op het gebied van Evangelisatie, door verspreiding van traktaatjes bij gelegenheid der kermis, en waren de kosten daarvan gevonden door eene boekverkooping onder de leden. Tenslotte deelt Spreker nog mede, dat aan militairen kosteloos toegang tot de Vereeniging wordt verleend en beveelt dit ook den anderen Vereenigingen aan.*

Van het archief van deze vereniging is niet veel overgebleven. Wij zijn alleen in het bezit van een tweetal notulenboeken van 1864 t/m 1866, waarin een kort verslag staat van elke vergadering die werd gehouden. In deze vergaderingen, twee maal per week, werd meestal een bijbelbespreking met discussie gehouden, soms ook een onderwerp behandeld. Zo o.a. enkele inleidingen over Scheikunde, over personen uit de Vaderlandse en Algemene Historie, over Zendingswerk, enz. Ook vermelden deze boeken meningsverschillen tussen bestuur en leden!Verder bezitten wij nog een ledenregister, bijgehouden van 1863 tot 1892. Het Jaarboekje van 't Verbond van 1874 vermeldt twee Haagse Verenigingen, nl.:2 Tim.2 - 22a, 26 leden. Lokaal: Juffrouw Idastraat 22, president J..K. Nieuwkerk, secretaris A.J. Rotteveel, Amsterdamse Veerkade 55, Militairen-Vereeniging, opgerigt 3 Julij 1871, 40 leden, onder leiding van J. van Beijeren, Evangelist, Veenlaan 9. Vermeldenswaard is nog, dat de statuten van 2 Tim. 2-22a uit 1873 o.a. bepaalden, dat als leden alleen ongehuwde jongemannen mochten worden aangenomen. Dit over de *prae-historie*.

Nu nog iets over de oprichting van onze C. J. M. V. Korte tijd geleden stond er in een Haags Dagblad een stukje over een proefneming in het clubhuis *De Mussen* met het herscholen van jeugdige werklozen. Daarin stond o.a.: *Een bekende Amerikaanse socioloog heeft eens gezegd; Het probleem van onze tijd is het probleem van de steden en het probleem van de steden is dat van de massajeugd.* Wat lees ik echter in een jaarverslag van CJMV *Centrum*? Professor Sylvester F. Scovel, een Amerikaan, op bezoek in Nederland, heeft gezegd; *Het probleem van onze beschaving is het probleem van de groote steden, het probleem van de groote steden is het probleem van de jonge man, en als ik nog verder mag gaan - het probleem van de jongemannen is het probleem van onze jongens.* Ik heb het vermoeden, dat deze twee uitspraken van dezelfde professor afkomstig zijn! Hieruit moet wel de conclusie getrokken worden, dat het probleem van wat men nu noemt de *massajeugd* er reeds in 1890 was, dat men het toen onderkend heeft, maar geen kans gezien heeft dit toen op te lossen, dat het integendeel erger is geworden. En toch is dat probleem één van de motieven van de oprichting geweest. Kort na de oprichting toch, richtte het bestuur zich in een pamflet tot de *Zeer waarde mede-Christenen!*, waarin het o.a. schreef: *Voor kinderen doet gij veel, getuige uwer Christelijke scholen en Zondagsscholen, maar wie trekt zich het lot van den jongeling in de gewichtige jaren, waarin zijn verstand tot volle ontwikkeling komt, de overtuigingen zich vormen en verleidingen hem omringen, die hem, helaas! dikwijls te machtig blijken?* en verdere *Alle krachten moeten tegenwoordig ingespannen worden. Dit gevoelden de leden van *Timotheus* en *Daniel*, toen zij besloten voortaan slechts eene groote vereeniging te vormen, wier doel het is hare leden op te bouwen en te sterken voor den strijd tegen ongeloof en materialisme, zoo machtig aan het einde van deze 19e eeuw, maar die daarnaast ook niet wenscht te vergeten, dat het evenzeer hare roeping is aan de jonge mannen, welke nu avond aan avond rondzwerven en van kwaad tot erger worden geleid, een toevluchtsoord aan te bieden, waar betere invloeden dan die van straat, comedie, kroeg, café chantant en proeflokalen met damesbediening op hen inwerken.* *Tot nu toe hebben de Chr. Jongelingsvereenigingen in ons vaderland zich niet op die wijze als in andere landen het geval is, kunnen verheugen in de belangstelling en sympathie der christenen. Voor een groot deel, dat gevoelt de pas opgerichte C.J.M.V., rust hiervan op de Chr. Jongelingsvereenigingen de schuld. En daarom wenscht zij niet, als tot nu toe uitsluitend het oog te richten op jonge menschen, die met haar een in denken en willen zijn, maar ook te trachten op de groote massa ongeloovige, afgedwaalde jongelieden haar invloed te doen gelden en hen te winnen voor den Heiland.* Verder is dit pamflet een oproep om door financiele steun het werk mogelijk te maken en een jeugdgebouw aan te kopen. Zoals men ziet, kon men niet rekenen op de steun van de officiele kerk. Daarom ook verklaarde de Jongelingsvereeniging op Gereformeerde Grondslag zich niet te kunnen aansluiten, omdat haar streven slechts een bewarend karakter draagt en zij niet wenste te evangeliseren. Onder andere ook daarom trok *Bidt en Werkt* zich op het laatste moment terug. Nu is dit wel anders en neemt elke kerkelijke en niet-kerkelijke richting deel aan het *massajeugdwerk*.

Als dit inzicht eens 60 jaar geleden had bestaan? Wij kunnen er niet meer over oordelen, maar zou ook ons werk niet veel beter tot zijn recht zijn gekomen, en zou het probleem misschien niet zo groot zijn nu? Want mede door geldgebrek en door jaarlijks weerkerende tekorten, ondanks grote steun die men ontving, kon men het werk niet aanpakken, zoals men wilde. De Amerikaanse Ds van Burk, die de stoot gaf tot de oprichting van onze vereniging heeft gezegd: *Zonder de C.J.M.V. lag Amerika in de diepte van ellende: * De juistheid van deze uitspraak kan hier moeilijk beoordeeld worden, maar het typeert wel mede de geest waaruit onze CJMV is ontstaan. Men wilde Amerikaans organiseren, met een groot eigen gebouw en een of meer secretarissen in vaste dienst. De heer Laarman heeft echter eens geschreven: *De C.J.M.V. is nu wel Amerikaans georganiseerd, maar de dollars ontbreken.* Dit *Amerikanisme* heeft, evenals nu soms, als een boeman velen afgeschrikt. Het gebrek aan geld, en de moeite en zorgen die aan het verkrijgen van het hoognodige verbonden waren, heeft inderdaad de hele geschiedenis van onze vereniging door remmend gewerkt, niet alleen in onze C.J.M.V. maar in bijna alle jeugdverenigingen, althans in Nederland. De vele bazars, financiele acties, enz, getuigen hiervan. Het ledental steeg zeer snel in de eerste jaren na de oprichting. In 1895 had men reeds 500 leden, waarvan plm. 60 kantoorbedienden. Na de oprichting van de Jongerengroep, daalde dit aantal tot ongeveer 350, waartegenover echter plm. 85 leden van de Jongerengroep stonden. Doch ook het aantal leden boven de 18 jaar steeg daarna weer, en had in 1920 weer de 500 gehaald, en steeg in de daarop volgende jaren zelfs nog iets, waarnaast zij aan de 100 Jongerenleden kwamen. Typerend is wel het grote verloop van de leden. In 1895 werden er bijvoorbeeld 243 nieuwe leden er bedankte meestal ongeveer een gelijk aantal. Wat een administratie! Het jongens (toen knapen)-werk is van het begin af aan ter hand genomen, als voortzetting van het werk van de Geheelonthoudersvereniging *Daniel*, die een jongensafdeling kende. Men organiseerde op verschillende plaatsen in de stad deze clubs, welke meestal door in totaal een 150 jongens werden bezocht. Dit aantal liep soms op tot over de 200.

Behalve clubs, waarvoor slechts een beperkte belangstelling was, waren er ook die een geweldige bloei kenden. Zo de gymnastiekclub *Oranje Nassau*, opgericht in Januari 1893, de Zwem- en Poloclub (later Z.W.I.P. geheten), welke in 1922 170 leden telde, de Padvindersgroepen. In 1935 was Oranje Nassau zo groot geworden, dat het een zelfstandig bestaan ging voeren. Ook de Padvinders verbraken, na eerst met ons geassocieerd, en later bij de Federatie van C.J.M.V. aangesloten te zijn geweest, de banden met de CJMV en Z.W.I.P. Een en ander vloeide mede daaruit voort dat er slechts weinig leden van de CJMV lid van deze clubs waren, de meesten kwamen van buitenaf. Hieruit blijkt wel dat men ernst maakte met het doel van de vereniging de geestelijke, lichamelijke, verstandelijke en maatschappelijke ontwikkeling van de jonge man. Men kon muziek beoefenen, zingen, aan gymnastiek doen, zich ontwikkelen door 't beoefenen van letterkunde, door debatteren, door het bijwonen van lezingen en ook door het volgen van cursussen. Zie b.v: het Rooster van Werkzaamheden voor Maart 1896, op blz. 14 en 15 van dit nummer opgenomen.

Het voornemen een afdeling voor Stoffelijke Belangen, bestaande uit een Ziekenfonds, Spaarkas en Voorschotkas op te richten schijnt mislukt te zijn, hoewel de reglementen hiervoor reeds in druk waren verschenen. Van 2 Tim.2-22a erfde men het gebouw aan de Juffr. Idastraat, dat echter spoedig veel te klein werd. Na lang zoeken wist men het gebouw aan de Prinsegracht nr. 4 te kopen, doch reeds bij de inwijding op de 2e Pinksterdag van het jaar 1894 sprak men er reeds van, dat men een grote te zaal miste. Door.aankoop van enkele huisjes achter in de tuin kon men de zo gewenste zaal bouwen; dit geschiedde in 1896. Het gebouw werd gekocht van een zekere F.H.R. Cannegieter, apotheker, die het in 1886 kocht van Mr. B.T. Baron van Heemstra. Het is gebouwd in 1650, in een stijl, waarvan er geen tweede in onze stad is aan te wijzen. Er zijn acten in ons bezit waaruit blijkt, dat het in 1725 in eigendom toebehoorde aan de familie v. d. Mie, Rentmeester van de Hoge Raad van Holland. In 1800 wordt het verhuurd aan een Pauselijke Internuntius, in 1807 wordt het eigendom van de Staatsraad van Z.M. de Koning; in 1808 van A.A. Robbé, in 1838 van F. Twist, wijnhandelaar, in 1840 van de Bankier G.J. Scheurleer, in 1858 van G.M.A. Macqelin en in 1869 van Baron van Heemstra. In een acte uit het jaar 1886 staat een uitvoerige beschrijving van het huis, de inrichting, enz., welke beschrijving eindigt met de woorden: *voorzien van al die gemakken, die tot eene aangename en deftige woning vereischt worden.* Ik denk, dat de omschrijving er nu wel anders zou uitzien.

Wat kan ik verder nog schrijven over de achter ons liggende 60 jaar? Het zou een lang verhaal worden van velerlei activiteit, doch ook in een jubileumnummer moet men rekening houden met de ruimte. Is het echter niet zo, dat heel deze historie ons spreekt van trouwe arbeid, van volhouden ook als en geestelijk en financieel een moeilijke tijd moest worden doorgemaakt. Steeds weer is men daar met Gods hulp bovenuit gekomen, omdat God het werk Zijner handen niet laat varen. Verderop in dit blad vindt U chronologisch enkele belangrijke gebeurtenissen: uit ons werk: Veel werd nog onvermeld gelaten vele namen, die er zeker ook in hadden moeten worden vermeld, bleven onvermeld. Wij denken b.v. aan Mr. W.J. Baron van Lynden, eerst bestuurslid, later lange jaren Voorzitter van de Commissie van Toezicht, aan de Heer E. H. Schmidt, die meer dan 45 jaar in onze vereniging gearbeid heeft, Prof.Dr.Ir. J. Smittenberg, oud-eerste penningmeester en voorzitter, grondlegger van de huidige federatie van Haagse C.J.M.V.'s, de Heer P.M. Hooykaas, oud-voorzitter, enz., enz. Wij denken aan de vele sprekers op de Openbare Bijeenkomsten, op de Winterlezingen, zoals Prof. Muller, Ds Ortt, Prof. Den Hartog, Ds Straatsma, enz., enz. Het werk in Den Haag is uitgegroeid en telt thans 15 C.J.M.V.'s in alle delen van de stad, saamverbonden door de Federatie, met bijna 2.000 leden, van 8 jaar af. Wat er ook veranderd is in de organisatie, werkwijze, enz. van onze Vereniging, hetzelfde is gebleven ons doel, neergelegd in artikel 2 van onze Statuten, dat ik hier, in de bewoordingen, zoals vermeld in de onlangs goedgekeurde Statuten in zijn geheel laat volgen: 'Zij stelt zich ten doel alle jonge mensen van deze stad te verenigen, die volgens de Heilige Schrift Jezus Christus als hun Heiland en God erkennen, in geloof en leven Zijn discipelen willen zijn en gezamenlijk willen werken aan de uitbreiding van het rijk van hun Meester onder de jonge mensen. Daarnaast stelt zij zich voor de van buitenaf komende jonge mensen met raad en daad broederlijk ter zijde te staan en de van God vervreemde jonge mensen tot zich te trekken en voor de Heer en Zijn Gemeente te winnen.* Dit doel wordt samengevat in de woorden: voor jonge mannen door jonge mannen. Een moeilijke taak, die op onze schouders rust; God make ons bereid om, ziende op onze voorgangers, die taak te helpen vervullen met de talenten die God ons gegeven heeft.
W.P. de Groot, Secretaris.

*****

VAN HET SECRETARIAAT

Zoals gewoonlijk aan het begin van het winterwerk, zijn er weer vele activiteiten die onze aandacht vragen. Ook in dit jubileumnummer mag het *zakelijke* niet ontbreken.

Haja Collecte *Jeugd in Nood*. Voor deze collecte, welke zal worden gehouden elke avond in de week van 10 t/m 15 November huis-aan-huis en Zaterdag 15 November de gehele dag op straat, hebben zich reeds leden opgegeven. Nog lang niet genoeg echter. Bedenk, dat een deel van de opbrengst ten goede komt aan onze vereniging voor het zomerwerk. Ieder lid doet dus tenminste een avond mee, en als het kan ook ‘s Zaterdags. Verdere familieleden en kennissen, die willen meehelpen, kunnen zich ook via ons opgeven, daar ook de opbrengst uit hun bussen gedeeltelijk ons ten goede komt. Geef je nu zo spoedig mogelijk op.

Kalenders. Ook de verkoop hiervan mag geen stagnatie ondervinden. Leg er deze maand de laatste hand aan.

Samenkomst week der gebeden. De week der gebeden van onze Wereldbonden valt dit jaar van 9 tot 15 November. Het motto voor deze week zal zijn Eén Heer - Eén wereld, terwijl voor de in deze week vallende dagen de volgende onderwerpen zijn gesteld voor gebed en overdenking:
Zondag Ik ben de Heer uw God Deut.6:4-5 Lev. 19:18
Maandag Gij zult God Liefhebben Matth.11-Mark.12, Luc.10
Dinsdag en uw naaste … Matth.22-Mark.12
Woensdag Hebt uw vijanden lief ... Matth.5:43-44
Donderdag en je vrienden Johannes 15:13-17
Vrijdag Laat ons Christus liefhebben Joh.21:15-17-1 Joh.4:10
Zaterdag en onze medemensen Joh.13:34-35
Op Zondag 9 November zal dan de jaarlijkse Gebedssamenkomst zijn, ditmaal in de Bethlehemkerk, ‘s morgens om 9 uur. Voorganger Ds G. Leeuwen. Komt allen, om verbondenheid met millioenen jongeren over heel de wereld God te loven en te prijzen en tot Hem te bidden.

Zakagenda’s. Wat is een modern mens, wat is een CJMV'er zonder zakagenda. Het Verbond geeft ieder jaar een keurig uitgevoerde agenda uit. 0ok een nuttig St. Nicolaasgeschenk voor Uw kennissen. De prijs is: 85 cent. Bestellingen bij L. van Noort of ondergetekende.

W.P. de Groot

*****

JONGERENGROEP

Oudere Bestuursleden: W.P.de Groot, Anslostraat 75 en L.G. Vlaander, Kockstraat 227.
Jongere Bestuursleden: J.H.W. van St. Maartensdijk en R. van Noort.
Vergadertijden: Zondagsavonds van 8 tot 10 uur; Zaterdagsavonds van 8 tot 10 uur, Club 0.D.I.

Onze Vereniging, waarvan onze groep een onderdeel is, bestaat 60 jaar. En in dit Jubileumnummer van *Allen Een* mogen wij niet ontbreken. Als Jongerengroep bestaan we *pas* 52 jaar, omdat de eerste 8 jaar de leden werden ingeschreven van 16 jaar af en allen in één groep bijeenkwamen. De splitsing kwam pas later.

Als Jongeren groep bieden wij ook hier onze hartelijke gelukwensen aan. Wij kunnen er slechts dit aan toevoegen, dat wij hopen spoedig weer een belangrijker bijdrage te kunnen leveren aan het werk van onze *oude* vereniging. We schamen ons eigenlijk een beetje, dat we nu met zo weinig leden dit jubileum mogen meevieren. Aan de ene kant kunnen we er niet veel aan doen, omdat onze leden na een paar jaar vertrekken naar de Jongemannengroep, en we al enige tijd bijna geen aanvoer krijgen van de Jongensgroep. Er is echter een tijd geweest, dat onze groep meer dan 100 leden telde, en al zal dit waarschijnlijk wel nooit terugkomen, zeker is het, dat onze groep na korter of langer tijd er weer boven op komt. Wij, die overgebleven zijn, beloven trouw te zullen blijven staan, tot het getij keert. En wij zullen onze uiterste best doen nieuwe leden van buiten de vereniging te trekken, om ook op deze wijze mee te helpen onze groep weer groter te maken.

Moge het ons vergund zijn, nog vele jaren ons steentje als groep bij te dragen aan het werk in onze C.J.M.V. op de Prinsegracht.
Door samenwerking van alle groepen en alle leden zal het mogelijk zijn ons werk in stand te houden en uit te breiden. Die samenwerking is er momenteel in verheugende mate, dat het zo blijve.

Nu we een kleine groep vormen, wordt het wat moeilijker het rooster zo te verzorgen als we anders kunnen doen. Aan de andere kant kan het wel gezelliger zijn, omdat we meer contact met elkaar krijgen, en misschien wat dieper op de dingen kunnen ingaan.
We hadden de afgelopen maand toch fijne avonden, toen de heer D. Bruls het boek *Engelandvaarders* van Norel en de heer H. Reiniger het boek *Zwervend op weg naar Levensgeluk* van Baden Powell, de stichter der padvinderij, bespraken. Helaas was dhr W. v. Diedenhoven door ziekte verhinderd te komen; als vervanging daarvan hoorden wij iets over de bekende Ds Buskes uit Amsterdam, en lazen wij iets uit zijn boeken.
Het nieuwe rooster vinden jullie weer achterin dit maandblad.
Verder nieuws is er niet; alleen nog even een herinnering aan de kalenderverkoop en de verkoop van de zakagenda' s.
Tot de volgende maand.

W. P. de Groot.

*****

JONGENSCLUBS

Zo Jongens,
Dat was eventjes een fijn tafeltennistournooi op 18 October, he? Er was een behoorlijke opkomst van de andere C.J.M.V.' s, die hierdoor een blijk van medeleven met onze CJMV *Centrum* en, dan voor die middag, speciaal het Jongenswerk gaven. Dat was fijn.
Nog even de namen noemen van de prijswinnaars? Daar gaat ie dan:
1e Prijs (weet je nog? die prachtige medaille op statief!) D. van Zanten (Belgisch Park)
2e Prijs Wim Reparon (Bravo Wim. Je hebt keurig de eer van *Centrum* hoog gehouden!)
3e Prijs Frans Lekkerkerk (Die als laatste prijswinnaar even tegen de Heer Groenewegen mocht knokken op de groene tafel).

Ja, als jullie dit maandblad ontvangen, dan is de Jubileum Speurtocht-Feestavond ook al weer achter de rug. Dat gaat vlug hè? Als jullie goed het maandblad lezen, dan zie je van zelf wat er deze maand nog allemaal te gebeuren staat. En je begrijpt dat je daar bij moet zijn en natuurlijk ook je ouders en verdere familieleden.
Want dat je lid bent van een CJMV in onze stad, die al zestig jaar bestaat, nou ik vind dat we daar best allemaal geweldig trots op mogen zijn.
0 ja, denk je er vooral aan om tijdig plaatsen te kopen voor je ouders en familieleden en verdere bekenden voor de grote feestuitvoering in de Koninklijke Schouwburg? Zorg dat je er vlug bij bent hoor, want ze vliegen weg! En je begrijpt dat het niet leuk is, als je ouders enz. er naast grijpen. Je bestelt ze maar bij je leidsters en leiders.

Als deze avond ook weer voorbij is, dan is het weer zo ver, dat de Goede Sint door de hoge schoorstenen van ons gebouw gluurt en zo Zondagsmiddags ongemerkt een kijkje op de clubs neemt. Houd er maar goed rekening mee en luister maar eens heel goed wat jullie leidsters en leiders over het naderende Sint Nicolaasfeest te vertellen hebben.
Tussen twee haakjes: ik kan je mededelen dat we al een brief aan Sinterklaas hebben gezonden om te vragen of hij op onze clubs komt. Ja, daar moet je altijd vroeg bij zijn, want anders worden je brieven niet meer gelezen. Dat is heel anders bij de redacteur van dit blad, want als je daar over tijd bent met het inzenden van je stukje dat je graag in ' t blad wilt hebben, dan strijkt hij nog wel eens z'n hand over z' n hart.
Jongens ik vertel jullie de volgende keer weer een hoop Decembernieuws dus maar goed opgelet!

*****

C.J.M.V. SPORTCLUB-VOLLEYBALCLUB

November is de maand van het 60-jarig jubileum van onze oude CJMV-Centrum. Wij, als Volleymensen, voelen ons ook een beetje jarig. Wij kunnen onze Vereniging weliswaar geen nieuwe leden geven, want we betrekken onze herenleden toch grotendeels uit Centrum. Maar wij kunnen wel een bloeiende onderafdeling aanbieden met een kleine 30 leden. Het is verheugend dat er de laatste weken zoveel nieuwe leden zijn bijgekomen. Noemden wij verleden maand al Guus van Amerom, thans kunnen wij ook nog melden Rien van Noort, Theo Brouwer, Piet Zoutendijk en de dames H. Sterk, A. Hendriks, L.Tuinenburg en C. Spanjersberg. De ouwe-getrouwen Piet Spierings en Jan van Burk maken ook weer deel van ons uit. Resumerende; een pracht resultaat! Echt een bericht voor ons jubileumnummer.

Wij hopen, dat deze mensen lang in onze Volley-gemeenschap mogen blijven. Bovenal is het de wens van het bestuur, dat deze mensen zich volledig mogen thuisvoelen in onze Volleysamenleving. Daarvoor is natuurlijk noodzakelijk een volkomen aanpassing aan elkaar en de verbreking van de gehechtheid aan elkaar van enkelen. Het is natuurlijk niet altijd gemakkelijk. Als Clara en Stientje erg veel met elkaar op hebben, valt het voor de nieuweling Alida niet mee om zich hierbij te voegen, vooral als er geen medewerking van de andere partij is. Maar wij vertrouwen dat dit in orde zal komen. Onze Volleybalclub.moet een club
zijn, waar de collegialiteit en het medeleven met elkander oprecht gemeend is.

De dames- en herenteams voor de competitie der Nevobo zijn opgegeven. In totaal 2 herenteams plus 4 reserves en 1 damesteam plus 4 reserves. De kosten van deelname betekende een grote, ja heel grote hap uit de kas van de penningmeester. A propos, de penningmeesterfunctie is tussentijds door Bas van Nes overgenomen. Ons rest een woord van welgemeende dank voor de wijze waarop Jaap de Groot de penningen heeft beheerd en vermeerderd. Bas, laat je niet kennen en toon, dat de penningskes bij jou ook niet renteloos liggen.

Zoals U weet heeft ons 1e team, door haar successen in de vorige competitie, een plaats in de 3e klas weten te veroveren. Bi,j het ontvangen der competitielijst bleek echter, dat dit team in 4e kl. *A* is geplaatst. Vanzelfsprekend hebben wij hiermede geen genoegen genomen en bij het bestuur der Nevobo geappelleerd. Wij zijn benieuwd wat het resultaat zal zijn.
Ondertussen wordt er weer druk geoefend. Een vriendschappelijke wedstrijd werd gespeeld tegen Q.V.V. Ons 1e herenteam (met 2 invallers) won verdiend met 3-1.

Beste mensen, dit was dan zo'n beetje datgene wat geschreven moest worden. Volley ze lekker en vergeet vooral niet in November de plaatsvindende jubileum-gebeurtenissen mee te maken. Het wordt goed!
Tenslotte worden de dames en heren verzocht bij wedstrijden vooral van top tot teen in het wit te willen verschijnen. Dit betekent dus ook: witte schoenen.
Voorts is bet dragen van rug- en borstnummers verplicht gesteld, waarvoor overigens nog geen oplossing is gevonden.
So long!

C. N.

*****

JONGEMANNENGROEP

Het bespreken van boeken vormde in de achter ons liggende Zondagavonden de hoofdschotel.
Daar was allereerst de heer Joh. van der Maas, die op 21 September de historische roman *Een Erfenis in de Pruikentijd* voor ons besprak. Op 5 October de heer Groenewegen met het boek *Radicale Therapie* van P. Fournier. Heel interessant te oordelen naar de aandacht waarmee werd geluisterd, zouden onderwerpen als deze stellig in de smaak vallen. De beer A.F. van Dijk uit Schiedam tenslotte besprak de roman *Moeder, leer me nog eens lopen.* Evenals de heer v.d. Maas wist deze ons de gehele avond te boeien; 12 October.

Leen van Noort vervulde op 28 September een spreekbeurt. Na lezing van een bijbelgedeelte hoorden wij iets over de tijdsindeling in het oude Israel. Na de pauze hoorden we een gedeelte uit *13 Ongelukken*, geestig door de corrector ervan voorgedragen.

Herman Lock vervulde op 19 October de eerste beurt, hij hield een inleiding over *het mosterdzaadje*. Na de koffie *geheugenestafette* door E. Spruyt, terwijl ondergetekende met een paar stukjes van Bomans op de proppen kwam.

De levensgeschiedenis van Churchill werd de Zondag d.a.v. door de heer Spek verhaald. Voor de geluidseffecten zorgden de leden der Jongerengroep en Cor de Bruin. Toen de heer Spek b.v. vertelde over Churchills verblijf aan het front in Frankrijk, illustreerde de J.G. dit door boven met stoelen en ander meubilair te smijten (het leek er tenminste veel op), wat een gerommel veroorzaakte, waar de kanonnen uit die tijd niet aan konden tippen. Guy Mitchell en andere zangsterren illustreerden de verdere levensgeschiedenis der grote Engelse staatsman.
De tweede helft der avond las de heer Spek reiservaringen voor en een *sprookje*.

De Jubileum-Jaarmarkt is achter de rug. Prettig, dat zij aan haar doel beantwoordde en geld opbracht. Niet voor niets werd er geknoopt, geschreven, geschilderd, verzameld en verkocht. Niet te vergeefs zette men thee, koffie en een grote mond; het laatste om het eerste aan te prijzen. De stemmen van Aad Rijks en Koos van der Net waren niet die van *roependen in de woestijn* Zo was het:
Een aantal kammetjesgrabbelenden, op een verhoging daarnevens een wiel plus bord met nummers, dat met grote krachtinspanning en een oorverdovend geratel aan het draaien wordt gebracht door een zwaar-bebrilde en gestemde enthousiast, die iedereen met zijn machtig keelgeluid uit de gooi-, hengel-, vruchtenkast- en -kermishoek peutert, totdat men met spanning aan zijn meesterlijke lippen hangt en gegrepen wordt en loten koopt. Zie, daar in de brillantinehoek staat er nog één, de simpele ziel wilde zijn kwartje in zijn zak houden, aan een *hele* goeie sigaar dacht de onschuldige nog, doch die ene minuut staan in die ene brillantinehoek wordt zijn ongeluk, doet hem de das om, maakt van hem een verloren man. Die ene minuut in die ene hoek vangt zijn ene oor iets op, of beter gezegd, dat ene oor vangt h e t op. Juist, opmerkzame lezer, h e t is de stem van een zekere Rijks, een stem die spreekt over een zak kolen voor één kwartje. De verloren man schuifelt naderbij, het kwartje in zijn vochtige hand, wild spelen de zak kolen en de *goeie* door zijn hoofd. Als machinaal gaat zijn rechterhand zijn rechterzak in en uit, leeg in, niet leeg uit. Inderdaad scherpzinnige lezer, U heeft het goed, U voelt het, U begrijpt en U snapt het; het kwartje ...... Het is nu reeds gebeurd, het kwartje werd een plankje en het plankje een hete traan, een traan die eenzaam over de wang der diepteleurgestelde man glijdt, rolt en tenslotte op de geasphalteerde Prinsegracht valt, glimmend en herinnerend ....
Voelt U de tragiek, lezer, één van de vele gevallen die ik nauwkeurig gadesloeg liet ik voor U afspelen, één van de vele lezers; bedenk dit, als U een kaas, een zak kolen, of een pijpje krijt won, denk aan die éne, glimmende traan op de Prinsegracht.

Piet B.

*****

FINANCIELE ACTIE COMMISSIE

*Hè, hè, ... gelukkig dat zit er op!*. Dat was zo de algemene verzuchting toen we Zaterdagnacht om half twee klaar waren met het afbreken van de zaalversiering, na het sluiten van de Jubileum-jaarmarkt en we de zaal weer in zijn oorspronkelijke staat hadden teruggebracht. Dat *hè, hè* was nu niet omdat we een vervelend karweitje achter de rug hadden, verre van dat, want het opbouwen, de Jubileum-markt en het afbreken is gegaan in de beste harmonie en samenwerking. Er heeft al de dagen en weken een stemming geheerst: prima, zo nu en dan uitgelaten, als een stel jongens dat losgelaten wordt in een speelwei, maar er is intussen hard gewerkt. Hulde en dank aan allen die hebben meegewerkt. Ik ben er van overtuigd dat zij zelf, jaren later er met grote vreugde aan zullen terugdenken. Hartelijk dank aan ons Dames Comité met haar wakkere secretaris. Er is heel wat werk door deze kleine groep verzet. Een woord van dank aan onze Rancella' s, die met hun muziek een gezellige sfeer brachten op de Vrijdagavond. De Graspiepers, onder leiding van de Heer Spierings, hebben ons een Zaterdagavond gegeven om nooit te vergeten. Mijnheer Spierings met Uw wakkere groep: hartelijk dank en wij wensen U nog veel succes, tot zelfs in het buitenland.

Wat is alles buitengewoon geslaagd, het heeft onze stoutste verwachtingen overtroffen. Wij zijn dan ook uitermate dankbaar. Deze Jubileumjaarmarkt heeft weer eens bewezen wat door enthousiast samenwerken te bereiken valt. De netto opbrengst is nog niet precies te zeggen, maar het zal ongeveer f 900,- (negen honderd gulden) zijn.

Zaterdagavond 8 November, van 8-10 uur, receptie. We hopen op een grote belangstelling.
Zondagavond 15 November Herdenkingskerkdienst in de Waalse Kerk, Noordeinde, aanvang 7 uur. Ds G. van Leeuwen zal de dienst leiden, een dameskoor o.l.v. Mevrouw Gusta Schmidt-Scheepmaker zal zingen, de Heer Henk Herzog het orgel bespelen en onze Adriaan van Noort zal declameren. We hopen met elkaar een feestelijke Kerkdienst der dankbaarheid te hebben. We komen natuurlijk allen en brengen belangstellenden mee. Donderdagavond 20 November Feestelijke Uitvoering in de Kon. Schouwburg. Aanvang 8 uur precies, opening zaal 7.30 uur. Willen we vooral zorgen op tijd aanwezig te zijn? Prijzen der plaatsen f 1,75 - 1,50 - 1,25 - 1,25 - 1,-- en 0,75. Voorziet U tijdig van plaatsbewijzen want de Schouwburgzaal bevat maar 800 plaatsen en hier moeten plus minus 80 plaatsen af voor genodigden. Het zou jammer voor U zijn als U deze avond niet kon meemaken. Programma, tevens bewijs van toegang, kunt U aanschaffen bij de leden en aan het verenigingsgebouw, Prinsegracht 4. U kunt ook telefonisch bestellen onder no. 112739. Gezien het programma, wordt het een fijne avond.

Afgelopen maand mocht ik vele giften in ontvangst nemen, een hele lijst. Van de Hr. en Mevr. v. H. f 5, -, de hr. W. P. de G. Sm. f 5,- door bem. Van de hr. W.P. de Gr. Sec., van Mevr. v. W. f 2, 50, de Heer D: f 1,- de hr. H. v. d. P. f 1,-. Mej. N. v. L. kon tot haar spijt de Jubileumjaarmarkt niet bezoeken en gaf daarom f 2,50, van harte ter navolging aanbevolen. De hr. J. de G. f 1, 50, de hr. J. S. f 1,70. .Per Giro van de hr. C. Th. M. L. f 5,-, de hr. F.J.G.M. f 5, -, de hr. M.F. f 5, -, de hr. Jhr. W. R. f 3, 50, W. J. v.d. M. f 2, 50, J. G. S. f 5, -, Mevr. J.G.F. f 5, -, de hr. H. v. d. W. f 2, 50 en hr. J. d. D. f 5, -.
Wat een lijst hè? Enorm gewoon, precies een berichtje van een dominee in de Kerkbode, U weet wel van zo'n dominee die zo fijntjes kan bedelen. Ik wilde wel dat ik het ook zo kon. Maar geloof maar dat hij nu jaloers zou zijn op ons lijstje. Alle geefsters en gevers hartelijk dank. We hopen nog vele malen zo'n afrekening te moeten geven.
Zoeven nog ontvangen van Mevr. en de hr. W. 40 dubbeltjes. Mevr. en mijnheer W. van harte gefeliciteerd met Uw veertig-jarig huwelijksfeest. God schenke U met de Uwen nog vele gelukkige jaren. Buitengewoon aardig idee van U om wegens dit feest veertig dubbeltjes te schenken. Hartelijk dank!

E. G.

*****

UIT HET VERLEDEN

In de voorafgaande stukjes heb ik gepoogd U enige indrukken te geven uit de geschiedenis van onze vereniging. Veel is er veranderd. Wij kennen nu allen als insigne de rode driehoek, maar hoevelen zullen er nog zijn, die het oude insigne kennen, het wereldbondsinsigne, ter grootte van een dubbeltje, waarop te lezen stond het wereldbondsdevies Romeinen l:6: *Ik schaam mij het Evangelie van Jezus Christus niet.* Het insigne van onze vereniging sloot zich daarbij aan, waarop te lezen stond, Geestelijk - Verstandelijk - Lichamelijk - Maatschappelijk. Alle uitingen van mensen, die zochten naar middelen om de doelstelling van onze vereniging naar buiten uit te dragen. En goed beschouwd waren alle werkzaamheden van de vereniging hier op gericht. Van een Kerkdienst tot een Bonte Avond, alle bedoeld om de jonge mensen te trekken en te brengen tot Christus. Veel is er in de loop der tijden veranderd, maar het doel, het principe van de vereniging, is, Gode zij dank, ongewijzigd.
De *rode driehoek* stamt uit de Verenigde Staten van Amerika, en deze symboliseert: Spirit - Mind - Body, (geest, verstand, lichaam) in de drie zijden van de driehoek.

Laat dan de werkwijze aan verandering onderhevig zijn, en het is zelfs goed om aan deze tijd aan te passen, maar als wij het doel maar hoog houden en onbevlekt, dan kunnen wij er van overtuigd zijn dat onze vereniging nog vele jonge mensen tot een zegen zal zijn.
Blijft frisse Christen-jongeren, die de problemen van de tijd aandurven, blijft enthousiast aan je vereniging medewerken, werkt mede aan haar op- en uitbouw en ge zult er zelf door worden gezegend.

E. G.